Bijlagen

Voortgangsrapportages en jaarverslagen

Financieel toezicht
Op grond van de Gemeentewet zijn gemeenten onderworpen aan financieel toezicht door de provincie.
Daartoe zenden de gemeenten jaarlijks hun begrotingen, jaarrekeningen en andere financiële bescheiden op naar de provinciale toezichthouders.
De bepalende criteria voor het toezicht zijn opgenomen in de Gemeentewet. Het financieel toezicht kent twee mogelijke vormen van toezicht: repressief danwel preventief toezicht.

Repressief begrotingstoezicht
Er is repressief toezicht wanneer er, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, sprake is van een structureel en reëel begrotingsevenwicht. Wanneer dit evenwicht niet aanwezig is kan alsnog repressief toezicht worden ingesteld indien aannemelijk is dat, blijkens de meerjarenraming, dit evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.
Repressief toezicht is de standaard. Deze vorm van toezicht houdt in dat de begroting en begrotingswijzigingen direct uitgevoerd kunnen worden (rechtskracht krijgen) zonder afhankelijk te zijn van een voorafgaande goedkeuring van Gedeputeerde Staten.

Preventief begrotingstoezicht
Preventief toezicht moet worden ingesteld wanneer de begroting van het eerstvolgende jaar, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, niet structureel en reëel in evenwicht is en blijkens de meerjarenraming niet aannemelijk is dat in de eerstvolgende jaren een structureel en reëel evenwicht tot stand zal worden gebracht (imperatief preventief begrotingstoezicht.)
Preventief toezicht kan ook worden ingesteld wanneer de begroting of de jaarrekening over het tweede aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar niet tijdig is ingezonden.

wettelijke inzendtermijnen:

  • begroting (incl. meerjarenraming): vóór 15 november voorafgaande aan het begrotingsjaar
  • jaarrekening: vóór 15 juli na afloop van het rekeningjaar

Gedeputeerde Staten doen voor aanvang van het begrotingsjaar mededeling aan het gemeentebestuur omtrent het in te stellen toezichtsregime voor het komende jaar.

De gemeentebegrotingen voor het jaar 2024
Geconstateerd is dat alle tien Groninger gemeenten voor het jaar 2024 een structureel sluitende begroting hebben gepresenteerd. Op basis van de structureel sluitende begrotingen voor het jaar 2024 zijn alle gemeenten onder het repressieve begrotingstoezicht geplaatst.
De gemeentebegrotingen 2024 hebben daarmede rechtskracht en kunnen worden uitgevoerd.   

De volgende structurele saldi worden geraamd (x € 1.000):

Gemeente

2024

2025

2026

2027

Eemsdelta

7.667

6.536

-6.627

-7.249

Groningen

4.114

27.846

-6.146

-6.065

Het Hogeland

1.806

2.896

-3.658

-781

Midden-Groningen

520

-82

-7.673

-5.264

Oldambt

8.751

7.344

-3.340

-4.012

Pekela

4.182

4.286

1.352

1.031

Stadskanaal

4.386

5.216

296

907

Veendam

33

42

5

7

Westerkwartier

949

2.372

-9.506

-10.955

Westerwolde

3.335

4.319

-4.822

-5.506

Zoals blijkt uit bovenstaand overzicht kunnen de Groninger gemeenten voor de jaren 2024 en 2025 met sluitende budgetten werken. Alleen de gemeente Midden-Groningen heeft een marginaal tekort (€ 82.000) in 2025.
Per 2026 neemt de druk op de financiële positie van de gemeenten significant toe. Dit als gevolg van een gewijzigde financieringssystematiek, waarbij het (volume)accres van het gemeentefonds per 2026 fors daalt. Een andere oorzaak is het weer invoeren van de tot 2025 bevroren opschalingskorting. Drie van de tien Groninger gemeenten hebben ondanks het ravijnjaar toch nog een sluitende begroting kunnen presenteren voor de jaren 2026 en 2027. Opgemerkt dient te worden dat voor deze drie gemeenten (Pekela, Stadskanaal en Veendam) de structurele saldi positief zijn, zij het slechts zeer marginaal en na forse bezuinigingen.
Voor alle gemeenten geldt dat als gevolg de verlaging van het Gemeentefonds de langetermijnplanningen van gemeenten wordt bemoeilijkt. Dit gaat ten koste van de leefbaarheid. De basisvoorzieningen in gemeenten staan onder druk, van wegenonderhoud tot uitkeringen. Hiernaast worden medebewindstaken (klimaatdoelstellingen, energietransitie en de woningbouwopgave) niet structureel begroot. Dit geeft aan hoe hoog de nood is en het doet af aan de autonomie van gemeenten.

Gelet op de financiële onzekerheden per 2026 heeft de provincie gemeenten geattendeerd op de ingeboekte korting op het Gemeentefonds, de lopende gesprekken hierover tussen Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk en de risico's die dit met zich meebrengt. Gemeenten zijn onder de aandacht gebracht dat de mogelijkheid bestaat dat het gemeentefonds per 2026 niet wordt aangezuiverd en de gemeente op termijn (aanvullend) zal moeten bezuinigen teneinde blijvend met structureel sluitende budgetten te kunnen werken

Ontwikkelingen Gemeentefonds
Het jaar 2026 laat een forse teruggang zien voor wat betreft het volumeaccres van het Gemeentefonds. Dit jaar wordt ook wel aangeduid als 'ravijnjaar' en wordt veroorzaakt door een per 2026 in te voeren gewijzigde financieringssystematiek en door het weer opnemen van de opschalingskorting € 675 miljoen. Deze korting is tot en met 2025 bevroren.
Tot en met 2025 is de omvang van het Gemeentefonds gebaseerd op de normeringssystematiek, de zogenaamde trap-op-trap-af-systematiek. Om te komen tot een meer stabiele financiering is het becijferde accres voor de jaren 2022-2025 vastgezet en zal alleen nog wijzigen als gevolg van loon- en prijsstijgingen. Daarmede hebben de gemeenten voor de komende jaren duidelijkheid over de algemene uitkering uit het Gemeentefonds.
In de meicirculaire Gemeentefonds 2022 is de omvang van het gemeentefonds voor 2026 'vastgeklikt' op de stand van de Miljoenennota 2022 met daarop een plus van € 1 miljard. Laatstgenoemd bedrag wordt nog wel geïndexeerd voor loon- en prijsstijgingen. Het accres in de meicirculaire daalt van € 5,2 miljard in 2025 naar € 2,8 miljard in 2026.
In de septembercirculaire Gemeentefonds 2022 is voor 2026 aanvullend - incidenteel - € 1 miljard extra beschikbaar gesteld voor het Gemeentefonds, waardoor het ravijn enigszins wordt gedempt. Per 2026 zal de normeringssystematiek worden beëindigd en worden vervangen door een gewijzigd financieringssysteem.

Het 'ravijn' in cijfers (x € 1.000):

Gemeente

Algemene uitkering 2025

Algemene uitkering 2026

Het 'ravijn'

Percentage

Eemsdelta**

125.406

114.976

-10.430

-8,3

Groningen*

764.689

742.974

-21.715

-2,8

Het Hogeland**

120.792

114.943

-5.849

-4,8

Midden-Groningen**

162.951

156.628

-6.323

-3,9

Oldambt**

113.658

103.413

-10.245

-9,0

Pekela*

38.528

36.857

-1.671

-4,3

Stadskanaal**

101.299

93.989

-7.310

-7,2

Veendam**

81.838

80.673

-1.165

-1,4

Westerkwartier*

133.871

124.497

-9.373

-7,0

Westerwolde*

73.559

67.664

-5.895

-8,0

*   o.b.v. meicirculaire Gemeentefonds 2023
**  o.b.v. septembercirculaire Gemeentefonds 2023

In de voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet besloten dat het Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2027 geïndexeerd worden op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Uitgangspunt is dat de fondsen (Gemeente- en Provinciefonds) meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bbp volgen. De volumeontwikkeling van de fondsen wordt gebaseerd op het achtjarig historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp, waardoor de fondsen minder schommelen.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2024 11:06:51 met de export van 05/22/2024 11:03:14