Het Meerjarenprogramma Ondergrond en Bodem 2020-2025 (MJP) biedt een overzicht van actuele maatschappelijke trends en -opgaven in relatie tot het samenhangende systeem van ondergrond, grondwater en bodem. Wij hebben het MJP op 3 november 2020 vastgesteld. Het MJP beschrijft ons tactisch en uitvoeringsbeleid en beschrijft de daarbij horende (uitvoerings)projecten. Ook geeft het aan andere beleidsterreinen en partijen aanknopingspunten voor gezamenlijk beleid en mogelijk gezamenlijke maatregelen, onderzoeks- en uitvoeringsprojecten en programma’s.
Wij hebben de ambitie om samen met belanghebbenden tot een afgewogen oordeel te komen over het gebruik van de ondergrond. In de Nota Ondergrond is beschreven hoe wij een heldere afweging willen maken bij het beoordelen van bestaande en nieuwe activiteiten in de diepe(re) ondergrond. In het MJP is de Nota Ondergrond vertaald naar concrete beleidskeuzen en maatregelen. Het bewaken van de veiligheid staat hierbij op alle fronten centraal.
Activiteiten in de (diepere) ondergrond vallen onder de Mijnbouwwet. Hier hebben wij een adviserende taak bij het verlenen van mijnbouwvergunningen, winningsplannen (gas en zout) en omgevingsvergunningen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is het bevoegde gezag. De advisering en coördinatie vinden plaats zowel voor de Mijnbouwwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het gaat daarbij onder andere om de onderwerpen gaswinning (Kleine Velden), zoutwinning, opslagactiviteiten en geothermie.
Wij voeren voor de provincie Groningen de wettelijke taken voor de Wet bodembescherming (Wbb) uit, met uitzondering van de gemeente Groningen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgevoerde taken in de afgelopen jaren, inclusief 2023. Het aantal beschikkingen laat de laatste afgelopen drie jaar een gelijk beeld zien. Vanaf 1 januari 2024 gaat de Omgevingswet van kracht en voor Bodem wordt dan de gemeente het bevoegd gezag. Het overgangsrecht (Wbb) geldt dan alleen nog voor de zogenaamde 'overgangsrechtlocaties' waar de provincie het bevoegd gezag voor blijft.
Tabel: aantallen beschikkingen
Beschikkingen | 2010- | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikking ernst en spoed | 60 | 15 | 13 | 6 | 15 | 12 | 6 | 4 | 12 | 3 |
Plannen van aanpak beoordeeld | 66 | 16 | 9 | 14 | 23 | 14 | 21 | 22 | 20 | 19 |
Beschikking saneringsplan | 44 | 10 | 7 | 6 | 11 | 12 | 9 | 7 | 13 | 16 |
Evaluatiebeschikkingen | 158 | 14 | 51 | 50 | 54 | 86 | 76 | 56 | 47 | 24 |
BUS-meldingen | 157 | 38 | 42 | 39 | 50 | 67 | 52 | 51 | 45 | 78 |
Totaal | 485 | 93 | 122 | 115 | 153 | 191 | 164 | 140 | 137 | 140 |
Spoedlocaties
Bodemverontreiniging van voor 1987 treffen we soms aan in de historische kernen, bij wierden, wegbermen, boezemkades en bij voormalige (gas)fabrieken. We veronderstellen in de provincie Groningen ca. 10.000 kleine en grote locaties met mogelijk bodemverontreiniging. Ons uitgangspunt is dat via het duurzaam beheer van de bodem, deze geschikt dient te zijn en te blijven voor het gebruik ervan. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet de bodemkwaliteit in overeenstemming zijn mét, of worden gebracht óp, het niveau ‘geschikt voor het gebruik’.
Het afgelopen decennium is bij meer dan 60 locaties sprake van potentieel en daadwerkelijk onaanvaardbare risico’s. In 2023 liep bij 16 locaties nog een sanering. Het gaat veelal om lang-doorlopende grondwatersaneringen of monitoring van de verontreiniging. Van de 16 locaties vallen er 7 onder de vangnetregeling en komen de kosten van de uitvoering van maatregelen grotendeels ten laste van de provincie. Hiervoor is vanuit het Rijk een bijdrage ontvangen van € 970.000. Het was bij deze 7 locaties slechts voor een beperkt deel mogelijk de veroorzakers en/of terreineigenaren mee te laten betalen, omdat het grootste deel van de verontreiniging vóór 1975 was veroorzaakt en/of de kosten de draagkracht van een terreineigenaar/bedrijf te boven gingen.De overige 9 locaties zijn in eigen beheer van de bedrijven. Zij bepalen de planning voor hun sanering, dragen de kosten ervan en beëindigen de sanering wanneer de door ons vastgestelde saneringsdoelstelling is behaald. Onder de Omgevingswet, blijven wij het bevoegd gezag voor 16 saneringen.
Vanuit het MJP zijn wij opdrachtgever of betrokken bij een aantal projecten binnen het bodemdomein. In 2023 ging het daarbij om onder andere het overdragen van bodeminformatie aan de gemeenten zodat zij hun taken goed kunnen vervullen onder de Omgevingswet. Onderzoek naar mogelijke bronlocaties met PFAS-verontreinigingen. En een project om de monitoring van de kwaliteit van het grondwater beter af te stemmen tussen de ketenpartners en beter voorbereid te zijn op mogelijke nieuwe bedreigingen van de grondwaterkwaliteit als gevolg van Zeer zorgwekkende/opkomende stoffen. Ook is in 2023 een bijdrage van het Rijk ontvangen van € 215.000 voor een inventarisatie en categorisering van nazorglocaties en lopende saneringen binnen de provincie.
En daarnaast zijn en worden er projecten uitgevoerd in het kader van duurzaam bodembeheer in de landbouw zoals het project Bodemgezondheid dat wordt uitgevoerd met de buurprovincies Drenthe en Fryslân en met Friesland Campina.