Paragrafen

Financiering

Ultimo 2023 had de provincie Groningen circa € 1,2 miljard uitstaan. Dit bedrag is opgebouwd uit treasurymiddelen (tijdelijk overtollige middelen) en middelen die uitgezet zijn in het kader van de publieke taak (zie 2.5) en is inclusief de middelen die beheerd worden voor derde partijen. Hieronder is een tabel met de uitsplitsing opgenomen.

Tabel 6. Opbouw middelen treasury en publieke taak

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Treasury kort (tot één jaar):

Rekening-courant bij de Staat

633,8

633,8

Treasury lang (vanaf één jaar):

Leningen medeoverheden

284,5

Lening financiële instelling

30,0

Duurzaam aandelenfonds

21,9

336,4

Totaal treasury

970,2

Totaal publieke taak

274,9

Totaal uitgezette middelen

1.245,1

Treasurymiddelen
De middelen die ultimo 2023 uitgezet waren (totaal € 970,2 miljoen) kunnen worden onderverdeeld naar de volgende geldnemers:

  • € 633,8 miljoen bij de Staat;
  • € 284,5 miljoen bij medeoverheden;
  • € 51,9 miljoen bij financiële instellingen.

Uitgezette middelen bij de Staat
De middelen die ultimo 2023 bij de Staat geplaatst zijn betreffen het tegoed op de rekening-courant van de provincie ad € 633,8 miljoen (waarvan € 10,5 miljoen nazorgmiddelen).

Uitgezette middelen bij medeoverheden
Vanaf mei 2013 zijn middelen uitgezet bij medeoverheden met looptijden tot twintig jaar. Op 31 december 2023 stond bij 23 medeoverheden totaal € 284,5 miljoen uit. De laatste lening vervalt in 2043. Bij het afsluiten van deze leningen heeft de provincie een hoger rendement gerealiseerd dan op dat moment mogelijk was bij deposito's van de Staat. Het gaat hierbij om een gemiddelde opslag van circa 0,2%-0,3% ten opzichte van staatsobligaties met dezelfde looptijd. In 2023 zijn in totaal 13 leningen aan medeoverheden verstrekt voor een totaalbedrag van € 159,5 miljoen.

Uitgezette middelen bij financiële instellingen
Per 31 december 2023 staat totaal € 51,9 miljoen lang uit (waarvan € 21,9 miljoen nazorgmiddelen). De lening van € 30,0 miljoen heeft een looptijd van vijftien jaar en vervalt in 2024. Het duurzame aandelenfonds van € 21,9 miljoen betreft nazorgmiddelen.

Treasuryportefeuille
De provincie Groningen beheert naast haar eigen middelen ook middelen van derde partijen. Het gaat hierbij om Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), Regio Groningen-Assen, Omgevingsdienst Groningen, Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging en Groningen Bereikbaar. In het overzicht hierna is de onderverdeling van de treasurymiddelen over de verschillende partijen weergegeven.

Tabel 7. Opbouw treasurymiddelen provincie - derde partijen

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Percentage

Totaal treasury

970,2

100,0%

waarvan middelen van derden:

SNN

354,2

36,5%

SNN - diensten voor derden

63,3

6,5%

Nazorgmiddelen

39,5

4,1%

Regio Groningen-Assen

9,2

0,9%

Omgevingsdienst Groningen

2,5

0,3%

Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging

2,8

0,3%

Groningen Bereikbaar

3,7

0,4%

Totaal middelen van derden

475,2

49,0%

Eigen middelen provincie

495,0

51,0%

Het totale saldo aan treasurymiddelen is in 2023 gestegen met afgerond € 140,1 miljoen ten opzichte van het saldo ultimo 2022. Het verschil komt door een toename van SNN - diensten voor derden van circa € 171,2 miljoen, SNN ruim € 25,3 miljoen, Regio Groningen-Assen circa € 2,7 miljoen, nazorgmiddelen afgerond € 8,9 miljoen en de afname van provinciale middelen met ongeveer € 71,7 miljoen. Over de saldi van derden in rekening-courant worden de overeengekomen rentevergoedingen berekend en verantwoord. Het SNN voert naast haar eigen programma's en regelingen ook diensten voor derden uit. Het gaat hierbij onder andere om de subsidieregeling Waardevermeerdering.

Om inzicht te verschaffen in de opbouw van de treasuryportefeuille is in het onderstaande overzicht de portefeuille per ultimo 2023 weergegeven, uitgesplitst naar geldnemer en de resterende looptijd. Uit de tabel blijkt dat 74% van de middelen een resterende looptijd heeft tot één jaar. Dit wordt verklaard door een relatief snel oplopende en hoge rentevergoeding voor kortlopende tegoeden in 2023 en door een behoorlijke toename aan beschikbare kortlopende middelen ultimo 2023 ten opzichte van een jaar geleden (€ 150,0 miljoen), voornamelijk veroorzaakt door ontvangen bijdragen voor het SNN eind 2023. Ten opzichte van begin 2023 zijn de uitzettingen voor de langere termijn (> 10 jaar) door leningen die in 2023 zijn verstrekt aan medeoverheden wel aanzienlijk toegenomen (circa € 50,0 miljoen).

Tabel 8. Treasuryportefeuille naar geldnemer

(x € 1 miljoen)

Resterende looptijd

Totaal

Tot 1 jr.

Tot 3 jr.

Tot 5 jr.

Tot 7 jr.

Tot 10 jr.

> 10 jr.

Staat

633,8

633,8

Medeoverheden

56,5

32,0

25,0

41,0

76,0

54,0

284,5

Financiële instellingen

30,0

21,9

51,9

Totaal

720,3

32,0

25,0

41,0

76,0

75,9

970,2

Percentages

74%

3%

3%

4%

8%

8%

100%

Uitgezette middelen met een looptijd tot één jaar
Ultimo 2023 stond € 720,3 miljoen uit met resterende looptijden tot één jaar. In de Begroting 2023 is ervan uitgegaan dat het saldo van de kort uitgezette middelen in de loop van 2023 zou afnemen. Dit zou gerealiseerd worden door het uitzetten van middelen in het kader van de publieke taak en door de realisatie van geplande investeringen. Als gevolg van vooruit ontvangen gelden van het Rijk voor met name SNN - diensten voor derden is het saldo kort uitgezette middelen toegenomen.

De rentebaten en de rendementen van de uitgezette middelen met een looptijd tot één jaar over de jaren 2020 tot en met 2023 (exclusief nazorgmiddelen) zijn hierna weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de driemaands Euribor in het overzicht opgenomen. Het gemiddelde ontvangen rentepercentage op middelen uitgezet korter dan een jaar bedraagt 3,22%. Dit is iets lager dan het gemiddelde rentepercentage van de driemaands Euribor (3,34%). In totaal is € 16,9 miljoen aan rentebaten ontvangen. Geraamd was € 12,4 miljoen.

Tabel 9. Renteopbrengst uitgezette middelen (excl. nazorgmiddelen) - looptijd tot één jaar

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Gemiddelde driemaands Euribor

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2020

461,1

0,0%

-0,4%

0,0

2021

494,1

0,0%

-0,5%

0,0

2022

596,5

0,3%

0,2%

1,8

2023

523,4

3,2%

3,3%

16,9

Uitgezette middelen met een looptijd van één jaar en langer
De rentebaten en de rendementen van de uitzettingen langer dan één jaar over de jaren 2020 tot en met 2023 (exclusief nazorgmiddelen) zijn hieronder weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de rente op tienjarige staatsleningen (tienjaars staat) in het overzicht opgenomen.

Tabel 10. Renteopbrengst uitgezette middelen (excl. nazorgmiddelen) - looptijd één jaar en langer

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Gemiddelde tienjaars Eurobond

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2020

219,0

5,2%

-0,3%

11,4

2021

188,0

2,5%

-0,2%

4,7

2022

214,1

2,5%

1,3%

5,3

2023

261,4

4,9%

2,8%

12,8

Op 31 december 2023 stond € 336,4 miljoen uit met looptijden van één jaar en langer. In 2023 is een bedrag van € 12,8miljoen aan rentebaten gegenereerd. Dit is het resultaat van een gemiddeld saldo van € 261,3 miljoen met een gemiddeld rendement van 4,91%. In de Begroting 2023 werd uitgegaan van € 15,4 miljoen (gemiddeld bedrag € 227,3 miljoen à 6,79%). De verschillen ten opzichte van de raming zijn ontstaan door een hoger rendement van uitgezette middelen aan medeoverheden van € 1,2 miljoen en een lager rendement van € 3,7 miljoen voor het aflopende garantieproduct. Abusievelijk waren de rentebaten van het aflopende garantieproduct volledig geraamd als rentebaten van de provincie, terwijl 50% van de opbrengst voor de provincie is en 50% voor de nazorg gesloten stortplaatsen.

Conclusie: De rentebaten van zowel de kort uitgezette middelen als de lang uitgezette middelen over 2023 bedragen totaal € 29,7 miljoen. Dit is per saldo afgerond € 1,9 miljoen meer dan de raming van
€ 27,8 miljoen.

Nazorgmiddelen
Nazorgmiddelen zijn middelen die specifiek uitgezet zijn voor de eeuwigdurende nazorg van de gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots. De beleggingen van deze middelen zijn uitgezonderd van het schatkistbankieren. In de Wet fido is specifiek voor nazorgfondsen bepaald dat voor de hoofdsomgarantie bij beleggingen minimaal 42% vastrentend moet worden belegd; de rest mag in aandelen (maximaal 58%). Vastrentende beleggingen zijn beleggingen in obligaties en leningen waarbij de renteopbrengsten van tevoren bekend zijn.

Tabel 11. Uitgezette middelen nazorgfonds gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Duurzaam aandelenfonds

21,9

Achtergestelde lening NWB

7,1

Rekening-courant bij de Staat

10,5

Totaal

39,5

Het saldo van de nazorgfondsen bedragen ultimo 2023 € 39,5 miljoen. Het rendement van de nazorgmiddelen over 2023 bedraagt totaal € 9,3 miljoen. De raming was € 5,3 miljoen. Het positieve verschil komt door de meeropbrengst van het afgewikkelde garantieproduct van circa € 1,2 miljoen en het rendement van de belegging in het duurzame aandelenfonds van circa € 2,7 miljoen. Jaarlijks wordt het rendement van het aandelenfonds bepaald door het verschil van de eindwaarde en de beginwaarde van het jaar.

Stortplaatsen
In respectievelijk 2008, 2011, 2016 en 2021 zijn de doelvermogens definitief vastgesteld van de stortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor, Borgerswold en Usquert. Bij de provincie Groningen is gekozen voor de optie van een vereveningsheffing. Dit betekent dat de doelvermogens van betrokken locaties worden samengenomen (Kloosterlaan, Woldjerspoor, Usquert, Borgerswold en Stainkoeln-2) en dat wanneer de laatst sluitende stortplaats in de nazorg gaat de verevening plaatsvindt. Dit houdt in dat tekorten of overschotten in het nazorgfonds worden verrekend ten tijde van de sluiting van de stortplaats Stainkoeln-2. De contante waarde van de doelvermogens voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen bedraagt per 31 december 2023 circa € 33,6 miljoen. Het saldo van het nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen bedraagt ultimo 2024 afgerond € 38,3 miljoen. Hierdoor is er circa  4,7 miljoen meer in het fonds aanwezig dan de contante waarde van de doelvermogens. Dit betekent dat ook in 2024 evenals in de jaren 2006 tot en met 2023 geen afdracht van Afvalverwerking Stainkoeln BV aan de provincie hoeft plaats te vinden.

In het onderstaande overzicht zijn de uitgezette middelen van de nazorgfondsen opgenomen. De behaalde rendementen voor de nazorgmiddelen over de periode 2020 tot en met 2023 zijn opgenomen in de onderstaande tabel.

Tabel 12. Renteopbrengst uitgezette middelen nazorgfonds stortplaatsen

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2020

27,6

3,2%

0,9

2021

28,1

11,4%

3,2

2022

31,0

-3,6%

-1,1

2023

29,4

31,6%

9,3

Het rendement van de uitgezette middelen is in 2023 fors hoger dan andere jaren. Dit komt door de afwikkeling van het garantieproduct 2010-2023 begin december 2023. Het product met hoofdsomgarantie is in 2010 afgesloten met een inleg van € 10,0 miljoen (50% provinciale middelen en 50% nazorgmiddelen). Bij dit product waren de vastrentende waarden belegd in obligaties van de Rabobank en het vrij belegbare deel in een duurzaam aandelenfonds. De vastrentende waarden hebben gezorgd voor de terugbetaling van de inleg, de waardestijging van het fonds voor het rendement van dit product. Het rendement over de gehele looptijd bedroeg € 12,2 miljoen (121,97 %). De nazorgmiddelen zijn na een aanbesteding herbelegd in het duurzame aandelenfonds Candriam ONE Global Sustainability van Delen Bank, de overige vrijgevallen middelen van € 2,1 miljoen zijn overgeboekt naar de rekening-courant bij de Staat. Daarnaast is het rendement van het duurzame aandelenfonds met 18,31% fors gestegen. Dit fonds wordt op balansdatum 31  december jaarlijks gewaardeerd tegen de dan geldende marktwaarde (ter beoordeling of het totale fondsvermogen nog wel in evenwicht is met het doelvermogen binnen het nazorgfonds)

Baggerspeciedepots
Naast het nazorgfonds voor gesloten stortplaatsen heeft de provincie een fonds voor baggerspeciedepots. De objectgebonden nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting van een baggerspeciedepot opgelegd en geheven. Het fonds is opgebouwd uit de nazorgheffing van de baggerspeciedepots Driebond, Winschoterzijl, Zuidwending en Dorkwerd (totaal € 0,28 miljoen) en het saldo van de provinciale depots (totaal € 0,98 miljoen). Voor dit fonds was ultimo 2023 een bedrag van circa € 1,23 miljoen kort uitgezet op de rekening-courant bij de Staat (Schatkistbankieren) In 2023 is € 38.556 aan rente gerealiseerd. Geraamd was € 34.000.

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2024 11:06:51 met de export van 05/22/2024 11:03:14