De totale apparaatskosten zijn ten opzichte van de bijgestelde begroting € 5,5 miljoen lager. De apparaatskosten worden toegerekend aan de programma's, overhead en investeringsprojecten. In de toerekening van de apparaatskosten aan de betreffende onderdelen heeft een verschuiving plaatsgevonden. Dit heeft te maken met een wijziging van de inzet van personeel, de fasering van de investeringsprojecten en de uitputting van de budgetten personele en materiële apparaatskosten.
Tabel 29. Verdeling en omvang apparaatskosten
Omschrijving | Begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
2023 | 2023 | ||
(x € 1.000) | na wijziging | ||
LASTEN | |||
Personele kosten (AKP) | 93.885 | 94.417 | -533 |
Materiële apparaatskosten | 18.667 | 15.840 | 2.828 |
Totaal lasten | 112.552 | 110.257 | 2.295 |
BATEN | |||
Personele kosten (AKP) | 13.124 | 15.551 | 2.427 |
Materiële apparaatskosten | 441 | 1.176 | 735 |
Totaal baten | 13.565 | 16.727 | 3.161 |
Saldo | |||
Personele kosten (AKP) | 80.760 | 78.639 | 2.121 |
Materiële apparaatskosten | 18.226 | 14.664 | 3.562 |
Totaal saldo | 98.987 | 93.303 | 5.683 |
Waarvan toegerekend aan: | |||
- programma's | 47.704 | 48.749 | -1.045 |
- overhead | 49.603 | 42.160 | 7.443 |
Totaal exploitatie | 97.308 | 90.909 | 6.398 |
- investeringswerken wegen en waterwegen | 1.679 | 2.621 | -942 |
Totaal toegerekend | 98.987 | 93.530 | 5.456 |
Personele kosten (AKP)
Het budget is besteed om de provinciale opgaven en ambities uit het vorige coalitieakkoord met een doorloop in 2023 en de overgang naar het nieuwe coalitieakkoord Veur Mekoar, (Hoofdlijnenakkoord 2023-2027), de transities en de reguliere taken goed te kunnen uitvoeren.
De overschrijding van € 0,5 miljoen op de personele apparaatskosten is een combinatie van de diverse factoren.
Deels wordt het veroorzaakt door tijdelijke onderbezetting op de toegestane formatie waarop de begroting is gebaseerd. Daarnaast is als gevolg van ziekte en andere capaciteitsissues tijdelijk ingehuurd. Zie ook de toelichting in de paragraaf Bedrijfsvoering in deel 3. De begroting met betrekking tot een deel van de detacheringen en de werkzaamheden voor derden is nog niet volledig geactualiseerd. Dit heeft ook effect op de baten.
Daarnaast is er in 2023 een onderbesteding op de budgetten voor ontwikkeling en opleiding van personeel. Een deel hiervan heeft betrekking op het budget voor de ProvincieAcademie. De uitbreiding van de database door het ontsluiten van content van externe partijen alsmede het aanstellen van een adviseur leren en ontwikkelen is doorgeschoven naar 2024. Door de overgang naar een nieuwe periode van het Persoonlijk Ontwikkelbudget (2023-2027, in 2023 verbreed naar een Persoonlijk Budget voor Duurzame Inzetbaarheid (PBDI)) is in 2023 minder gebruik gemaakt van het budget. De niet bestede middelen blijven beschikbaar voor de resterende periode.
Aangezien niet alle baten met betrekking tot de detacheringen en werkzaamheden die voor derden zijn uitgevoerd, zijn opgenomen in de bijgestelde begroting van 2023, ontstaat een voordeel van € 2,4 miljoen. Ongeveer 68% van de hogere baten heeft betrekking op de voor Rijkswaterstaat uitgevoerde bedieningswerkzaamheden van bruggen. Het overige heeft betrekking op de hogere baten als gevolg van detachering van personeel en overige werkzaamheden waar we een vergoeding voor hebben ontvangen.
Het resultaat 2023 op de AKP-onderdelen die met de reserve Apparaatskosten personeel worden verrekend, is toegevoegd aan de reserve.
Materiële apparaatskosten
Op de budgetten voor de materiële apparaatskosten is een onderbesteding ontstaan van € 2,8 miljoen. Daarnaast zijn de baten € 0,7 miljoen hoger. De materiële apparaatskosten zijn voor het grootste deel onderdeel van overhead. In de analyse van verschillen in deel 2 zijn de afwijkingen groter dan € 100.000 nader toegelicht bij het deelprogramma 8.1 Bedrijfsvoering.
De materiële apparaatskosten die niet direct op een programma of overhead zijn verantwoord zijn op basis van een verdeelsleutel toegerekend. Dit betreft onder andere de kosten van huisvesting en wagenpark, vaartuigen en overige materieel die betrekking hebben op het onderdeel beheer en onderhoud wegen en vaarwegen. Deze kosten zijn indirect toegerekend aan programma 4. Bereikbaarheid als onderdeel van de apparaatskosten.
Ten opzichte van de bijgestelde begroting is als gevolg van een onderbesteding ruim € 0,8 miljoen minder toegerekend. Dit wordt met name verklaard doordat met ingang van 2021 de aanschaf van voertuigen en materieel wordt geactiveerd en niet direct ten laste van de exploitatie wordt verantwoord. Hierdoor ontstaat (in eerste instantie) ruimte binnen de budgetten. Daarnaast zijn (vervangings)investeringen in voertuigen uitgesteld, waardoor de afschrijvingslasten ook lager zijn. Ook zijn diverse machines, gereedschappen boten niet aangekocht omdat deze nog niet in een emissievrije variant leverbaar zijn.
De niet bestede middelen zijn toegevoegd aan de reserve Beheer en onderhoud wegen en waterwegen en blijven onder andere beschikbaar voor de toekomstige lasten.
Toerekening apparaatskosten
De kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces worden toegerekend aan het onderdeel overhead. Dit betreft zowel personele als materiële kosten. De toerekening van de kosten van de medewerkers in het primaire proces aan de programma's vindt of rechtstreeks of achteraf via een verdeelsleutel plaats. Wanneer bijvoorbeeld tijdelijke dekking voor personele inzet beschikbaar is, wordt dit rechtstreeks op het programma verantwoord.
De gehanteerde verdeelsleutels zijn gebaseerd op de begrote verdeelsleutels. Een uitzondering hierop is de basis voor de toerekening aan investeringsprojecten die op de balans worden geactiveerd. Hiervoor wordt de inzet van personeel op basis werkelijke uren gebaseerd.
Ten opzich te van de begroting is € 5,5 miljoen minder aan apparaatskosten toegerekend. Hiervan heeft € 6,4 miljoen betrekking op de exploitatie (programma's en overhead) en -/- € 0,9 miljoen op de investeringswerke n. De lagere toerekening aan de exploitatie heeft direct effect op het rekeningresultaat. Als gevolg van de hogere toerekening aan de investeringsprojecten zijn de toekomstige afschrijvingslasten hoger en dat heeft een negatief effect op de begrotingsruimte van de komende jaren.
Reserves
Onderstaand worden per reserve de verschillen ten opzichte van de begroting kort toegelicht.
Apparaatskosten personeel
De restantkredieten op de personele apparaatskosten zijn verrekend met de reserve Apparaatskosten personeel. In totaal is per saldo € 1,6 miljoen toegevoegd aan de reserve.
Beheer en onderhoud wegen en waterwegen
In de begroting is een bijdrage vanuit de reserve opgenomen ter dekking van het personeelskostenbudget. Dit bedrag ad € 0,05 miljoen is niet onttrokken aan de reserve. De personeelskosten zijn in 2023 verrekend met de reserve Apparaatskosten personeel en niet meer met de reserve Beheer en onderhoud wegen en waterwegen.
De onderbesteding op de materiële kosten van € 0,8 miljoen is toegevoegd aan de reserve.
Automatisering
Het saldo op de budgetten voor automatisering en informatievoorziening die zijn gekoppeld aan de reserve Automatisering is verrekend met de reserve. Als gevolg van de onderbesteding in 2023 is ten opzichte van de begroting per saldo € 1,1 miljoen toegevoegd aan de reserve Automatisering.
Resultaat
Het resultaat op de apparaatskosten inclusief bovenstaande verrekeningen is eind 2023 € 2,8 miljoen en valt vrij in het rekeningresultaat 2023. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld om € 0,13 milj oen over te boeken naar 2023. Dit als gevolg van vertraging in de uitvoering en later beschikbaar stellen van de middelen waardoor de uitvoering is doorgeschoven naar 2024.
Tabel 30. Verrekening apparaatskosten
Omschrijving | Begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
2023 | 2023 | ||
(x € 1.000) | na wijziging | ||
Apparaatskosten programma's en overhead | 97.308 | 90.910 | 6.398 |
Stelposten (AKP) | |||
- stelposten | 17 | 17 | |
Totaal stelposten (AKP) | 17 | 0 | 17 |
Mutaties reserves AKP | |||
- reserve AKP | -520 | 1.098 | -1.618 |
- reserve Beheer en onderhoud wegen en waterwegen | -56 | 0 | -56 |
Totaal mutaties reserves (AKP) | -576 | 1.098 | -1.674 |
Mutaties reserves (materiële kosten) | |||
- reserve Automatisering | -24 | 1.054 | -1.078 |
- reserve Beheer wegen en kanalen | 828 | -828 | |
Totaal mutaties reserves (materiële kosten) | -24 | 1.882 | -1.906 |
Resultaat na verrekening baten, stelposten en reserves | 2.835 |