Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten

De jaarrekening 2023 kent een voordelig resultaat van € 36,5 miljoen ten opzichte van een sluitende begroting na de laatste wijziging en is opgebouwd uit:
• een gerealiseerd saldo van baten en lasten van € 23,3 miljoen voordelig;
• een onttrekking van per saldo € 13,2 miljoen aan reserves.
Zie onderstaande tabel.

Tabel 24. Resultaat

(x € 1.000)

Realisatie
2022

Primitieve begroting 2023

Begroting
2023
na wijziging

Realisatie
2023

Verschil

Totaal lasten

437.003

540.056

576.994

533.792

43.202

Totaal baten

437.121

484.271

529.596

557.131

27.535

Totaal saldo van baten en lasten

118

-55.785

-47.399

23.339

70.737

Stortingen in reserves

404.484

16.614

84.967

107.425

-22.457

Onttrekkingen aan reserves

439.239

76.265

132.366

120.634

-11.732

Saldo mutaties op reserves

34.756

59.651

47.399

13.210

-34.189

Gerealiseerd resultaat

34.874

3.866

0

36.548

36.548

 
Net als afgelopen jaar hebben wij ervoor gekozen om de analyse van de verschillen tussen de begroting na de laatste wijziging en de werkelijke baten en lasten alleen op te nemen in de Programmaverantwoording (deel 2). Op deze wijze willen wij op een effectieve en efficiënte wijze, zonder onnodige 'dubbeling' aan uw Staten rapporteren. In deel 2 worden per programma de afwijkingen groter dan € 100.000 per deelprogramma toegelicht.

In onderstaande tabel hebben wij de tien grootste afwijkingen, na verrekening met reserves, opgenomen. Van het voordelig gerealiseerd resultaat van € 36,5 miljoen is € 23,3 miljoen te verklaren door de tien grootste afwijkingen. De overige verschillen resulteren in een positief resultaat van € 13,3 miljoen. Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar de verschillenanalyse per programma in deel 2 Programmaverantwoording.

Tabel 25. De tien grootste afwijkingen (na verrekening met reserves)

(x € 1.000)

Bedrag

1.

Ontvangen afkoopsommen Rijkswaterstaat

33.150

2.

Voorziening Rodin Broadband Groningen

-13.604

3.

Voorziening Investeringsfonds Groningen

-3.386

4.

Stikstof/Biodiversiteit

2.140

5.

Dubbele Dijk

1.522

6.

Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2020-2023

1.521

7.

Voorziening NOM

982

8.

Toerekening investeringen

942

9.

Storting reserve Wabo

820

10.

Bijdrage Omgevingsdienst Groningen

-815

Totaal tien grootste afwijkingen

23.272

Overige afwijkingen

13.276

Gerealiseerd resultaat

36.548

Voor een deel hebben de afwijkingen betrekking op één specifiek thema en in bepaalde gevallen op meerdere thema's. Wij hebben hierna een toelichting gegeven op de afwijkingen.

Tabel 26. Toelichting op de tien grootste afwijkingen

(x € 1.000)

Bedrag

1. Ontvangen afkoopsommen Rijkswaterstaat

33.150

Eind 2023 is € 33,15 miljoen van Rijkswaterstaat ontvangen met als doel het euwigdurend onderhoud van de overgedragen objecten, Dorkwerdersluis, Platvoetbrug en Groevesluis Noord en Zuid, af te kopen.
Via de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld dit bedrag aan de reserve Beheer en onderhoud wegen en waterwegen toe te voegen.

2. Voorziening Rodin Broadband Groningen

-13.604

Op basis van de voortgang van het verkoopproces door de curator van de boedel van Rodin Broadband Groningen (RBG), hebben wij een inschatting gemaakt van ons aandeel in de te verwachten verkoopopbrengsten. Aangezien wij verwachten minder te ontvangen dan de nog uitstaande hoofdsom inclusief bijgeschreven rente van de aan RBG verstrekte lening, treffen wij nu een voorziening van € 13,6 miljoen.
Via de bestemming van het rekeningresultaat stellen wij voor om hiervan € 5,9 miljoen te dekking vanuit de risicoreservering binnen het weerstandsvermogen.

3. Voorziening Investeringsfonds Groningen

-3.386

Uit de jaarrekening 2023 van Investeringsfonds Groningen BV (IFG) blijkt dat over 2023 een positief resultaat is gerealiseerd van € 1,0 miljoen. Aangezien de marktwaarde van de deelneming in IFG lager is dan de boekwaarde is voor dit verschil in het verleden een voorziening getroffen. Als gevolg van het positieve resultaat in 2023 valt € 1,0 miljoen vrij ten gunste van het rekeningresultaat.
In 2023 heeft IFG € 4,4 miljoen aan dividend uitgekeerd. Wij hebben op basis van de jaarrekening 2022 van IFG deze dividenduitkering als bate verwerkt in de bijgestelde begroting 2023. Bij de tijdelijke uitbreiding van het fondsvermogen met € 20 miljoen is afgesproken dat deze tijdelijke uitbreiding zou worden terugbetaald uit de eerste opbrengsten uit exits en dividendopbrengsten.
Het is achteraf gezien niet juist geweest om de dividenduitkering als bate in de exploitatie 2023 te verwerken omdat het geen winstuitkering is, maar een voorschot op de toekomstige terugbetalingsverplichting van de nog te trekken aanvullende middelen van € 20 miljoen. Daarom hebben wij de € 4,4 miljoen toegevoegd aan de voorziening. Bovenstaande leidt per saldo tot een nadelig effect van € 3,4 miljoen.

4. Stikstof/Biodiversiteit

2.140

De uitgaven op het gebied van stikstof/biodiversiteit vallen bijna € 2,1 miljoen lager uit dan begroot. Uitvoeringskosten voor de Transitie Landelijk Gebied hebben we in 2023 grotendeels kunnen declareren bij het Rijk via een specifieke uitkering van het Rijk (SPUK). Daarnaast lopen de processen voor de Transitie Landelijk Gebied, mede door de val van het kabinet in 2023, langzamer dan verwacht waardoor we minder middelen hebben ingezet dan verwacht. Ondanks dat is in 2023 door Provinciale Staten uitgesproken dat we doorgaan met de gebiedsprocessen in de zeven deelgebieden. Voor de uitvoering van deze gebiedsplannen hebben we ook eigen middelen nodig als cofinanciering. Vandaar dat we resterende middelen 2023 graag beschikbaar willen houden in 2024 voor het complexe dossier Transitie Landelijk Gebied. De niet bestede middelen worden via bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2024

5. Dubbele Dijk

1.522

Op dit budget voor de realisatie van de getijdenduiker en de gedeeltelijke inrichting van het gebied van de Dubbele Dijk is in 2023 vrijwel niets uitgegeven en er is verzuimd om de uitgaven te herfaseren. De bouw van de getijdenduiker is inmiddels begonnen, in 2024 ligt het zwaartepunt van de bouwwerkzaamheden. De inrichting van het middengebied is nog niet in uitvoering gebracht. Daarna volgt het weer in originele staat te brengen van het gebied voor de stakeholders.
De niet bestede middelen worden via de bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2024.

6. Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2020-2023

1.521

Wij hebben het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2020-2023 vastgesteld op 10 maart 2020 en wij hebben het programma en de daarbij horende subsidieregelingen met onze maatschappelijke partners en de betreffende gemeenten gecommuniceerd. Vanwege de doorwerking van de coronamaatregelen en doordat goede voorstellen veel voorbereidingstijd vergen zijn er minder dan verwachte aanvragen voor de subsidieregeling Zorg en Voorzieningen ingediend. Het restant van € 1,5 miljoen valt vrij ten gunste van de Algemene middelen.

7. Voorziening NOM

982

Op basis van de jaarrekening 2023 van de N.V. NOM blijkt dat de marktwaarde van het aandeel van de provincie in de NOM ultimo 2023 hoger is dan de oorspronkelijke verkrijgingsprijs en agiostortingen. Daarom is de voorziening in 2023 vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat.

8. Toerekening investeringen

942

De toerekening van de kosten van de medewerkers in het primaire proces aan programma's en investeringsprojecten vindt of rechtstreeks of achteraf via een verdeelsleutel plaats. De gehanteerde verdeelsleutels zijn gebaseerd op de begrote verdeelsleutels. Een uitzondering hierop is de basis voor de investeringsprojecten die op de balans worden geactiveerd. Hiervoor wordt de inzet op basis van de werkelijke uren gebaseerd. Daarnaast wordt nog een deel van de overhead als opslag over de directe inzet toegerekend aan de investeringsprojecten.
Op basis van de werkelijke inzet is in 2023 € 0,9 miljoen meer toegerekend aan de investeringsprojecten dan op basis van de begroting werd verwacht. Dit heeft geleid tot een positief effect op het rekeningresultaat. Als gevolg van de hogere toerekening aan de investeringsprojecten zijn de toekomstige afschrijvingslasten hoger en dat heeft een negatief effect op de begrotingsruimte van de komende jaren.

9. Storting reserve Wabo

820

Op basis van de gerealiseerde Wabo-leges is de begroting in het kader van de slotwijziging 2023 bijgesteld. De hogere baten zijn ten onrechte toegevoegd aan de reserve Wabo. De begrote lasten gerelateerd aan de Wabo zijn hoger dan de begrote baten en komen daardoor ten laste van de algemene middelen. Het voordeel van de extra baten had daarom ook ten gunste moeten komen aan de algemene middelen en niet ten gunste van de reserve Wabo.

10. Bijdrage Omgevingsdienst Groningen

-815

De afwijking wordt primair veroorzaakt doordat de deelnemersbijdrage voor VTH hoger uitvalt dan provinciaal begroot. Oorzaak hiervan was onduidelijkheid waar de kosten voor het VTH-deel voor GSP-Acquisitie door Omgevingsdienst Groningen (ODG) waren opgenomen in hun begroting. Voor GSP-Acquisitie zijn provinciaal extra middelen beschikbaar gesteld. De provincie ging ervan uit dat de GSP-acquisitie kosten in de deelnemersbijdrage VTH waren opgenomen. Echter blijken deze door ODG als meerwerk te zijn begroot. Hierdoor is een tekort ontstaan op de deelnemersbijdrage VTH.
Daarnaast is in de (concept)jaarrekening 2023 van ODG een eindafrekening opgenomen van Brzo 2023 en op basis daarvan moet de provincie als gevolg van een toename van het aantal Brzo-bedrijven nog aanvullend € 332.000 bijdragen.
Bovenstaande leidt tot een afwijking van € 0,8 miljoen.

De afwijkingen op apparaatskosten en kapitaallasten worden niet per programma toegelicht, maar op totaalniveau geanalyseerd. In de paragrafen 1.2 en 1.4 staat de betreffende analyse.

In onderstaande tabel worden per reserve de afwijkingen ten opzichte van de begroting per programma weergegeven.

Tabel 27. Afwijkingen per reserve

(x € 1.000)

Begroting
2023
na wijziging

Realisatie
2023

Verschil

Toevoegingen

Ruimte en water

300

1.580

-1.280

Milieu en energie

820

21

799

Platteland en natuur

120

5.020

-4.900

Bereikbaarheid

49.082

63.901

-14.819

Economie

540

540

Cultuur en maatschappij

797

824

-27

Openbaar bestuur

75

112

-37

Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

33.233

35.426

-2.193

Totaal toevoegingen

84.967

107.425

-22.457

Onttrekkingen

Ruimte en water

1.883

730

-1.153

Milieu en energie

5.338

4.548

-790

Platteland en natuur

11.812

8.869

-2.944

Bereikbaarheid

76.902

73.160

-3.743

Economie

9.475

7.621

-1.854

Cultuur en maatschappij

6.321

5.671

-650

Openbaar bestuur

242

200

-42

Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

20.392

19.836

-557

Totaal onttrekkingen

132.366

120.634

-11.732

Saldo mutaties op reserves

47.399

13.210

-34.189

In onderstaand overzicht worden per reserve de afwijkingen ten opzichte van de begroting kort toegelicht. Voor een verdere toelichting op de betreffende afwijking wordt verwezen naar de verschillenanalyse op de baten en lasten per programma in deel 2.

Tabel 28. Verschillenanalyse per reserve

(x € 1.000)

Toe-voegingen

Ont-trekkingen

Saldo verschillen

Exploitatie openbaar vervoer, innovatieve en overige maatregelen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-9.204

148

-9.056

Zoals ook al vermeld in de slotwijziging bij de Begroting 2023 is er binnen het bestedingsplan Mobiliteit minder besteed dan begroot. De niet bestede middelen zijn verrekend met de reserve.

Totaal verschil

-9.204

148

-9.056

Investeringen in infrastructuur

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-3.776

-4.165

-7.941

Met name als gevolg van vertraging in de uitvoering zijn de niet bestede middelen verrekend met de reserve (toegevoegd of een lagere onttrekking).

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

0

0

0

Totaal verschil

-3.776

-4.165

-7.941

Programma Landelijk Gebied

-

Programma 3. Platteland en natuur

-4.255

298

-3.957

De grootste afwijking heeft betrekking op het onderdeel natuurnetwerk Groningen met name als gevolg van het lager uitvallen van (project)kosten en het doorschuiven van een grote aanbesteding naar 2024.

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

0

61

61

Totaal verschil

-4.255

359

-3.896

Provinciale Meefinanciering

Onderdeel Provinciale meefinanciering

-

Programma 3. Platteland en natuur

-645

0

-645

Het landelijke programma GLB-NSP is later gestart dan verwacht waardoor de middelen voor de uitvoeringskosten pas met ingang van 2024 benodigd zijn. Op het onderdeel POP3-subsidieregelingen landbouw is meer besteed.

-

Programma 5. Economie

0

271

271

Binnen dit programma zijn er twee grote afwijkingen. Ten eerste een onderbesteding op de middelen voor cofinanciering JTF omdat als gevolg van staatssteun in 2023 relatief weinig middelen zijn ingezet. Daarnaast is er op het onderdeel marktsectoren meer besteed dan begroot. Zie voor een nadere toelichting verschillenanalyse programma 5 (deel 2).

Onderdeel RSP-REP (voormalige reserve RSP)

-

Programma 5. Economie

0

-666

-666

De lagere onttrekking aan de reserve heeft met name betrekking op twee projectsubsidies groter dan € 750.000. Op basis van de voortgangsrapportages zijn de lasten lager dan gepland.

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

0

22

22

Diverse kleinere afwijkingen

Totaal verschil

-645

-373

-1.019

Overboeking kredieten

-

Programma 1. Ruimte en water

0

-99

-99

Diverse kleinere afwijkingen

-

Programma 2. Milieu en energie

-21

-115

-135

Diverse kleinere afwijkingen

-

Programma 3. Platteland en natuur

0

-1.119

-1.119

De drie grootste afwijkingen worden toegelicht.
Er zijn in 2023 minder subsidies toegekend vanuit de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw. Dit heeft geleid tot een lagere onttrekking aan de reserve.
De middelen voor natuurinclusieve na-isolatie zijn in 2023 nog niet besteed omdat eind 2023 een systematiek hiervoor is benoemd. De uitvoering hiervan start in 2024.
De lasten 2023 met betrekking tot het meerjarenprogramma Eems-Dollard 2050 zijn uit andere budgetten gedekt. De middelen vanuit de decentralisatie-uitkering blijven beschikbaar voor de dekking van de lasten van de komende jaren.

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-129

0

-129

Bij de septembercirculaire 2023 is een decentralisatie-uikering beschikbaar gesteld met betrekking tot het uitvoeren van verkeersveiligheidsprocedures ter bevordering van de verkeersveiligheid. In 2024 worden verkeersveiligheidsinspecties uitgevoerd. De in 2023 ontvangen middelen zijn daarom toegevoegd aan de reserve.

-

Programma 5. Economie

0

-1.458

-1.458

De afwijking heeft met name betrekking op de middelen voor Regionale Investeringssteun Groningen (RIG). In 2023 zijn alleen nog uitvoeringskosten gemaakt met betrekking tot de afwikkeling van subsidies. De regeling is beëindigd (geen nieuwe beschikkingen) en de resterende middelen blijven beschikbaar binnen de reserve voor het NPG (zijn in 2018 als een decentralisatie-uitkering ontvangen met betrekking tot het NPG-programma).

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

-27

-634

-661

De grootste afwijking heeft betrekking op de uitvoering van het erfgoedprogramma.

-

Programma 7. Openbaar bestuur

-37

-42

-79

Diverse kleinere afwijkingen

Totaal verschil

-214

-3.466

-3.680

Beheer en onderhoud wegen en waterwegen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-1.711

-1.711

Het resultaat op de budgetten van het uitvoeringsprogramma beheer en onderhoud 2021-2024 is verrekend met de reserve, zodat de middelen voor de looptjd van het uitvoeringsprogramma beschikbaar blijven. Dit is ook aangekondigd in de slotwijziging bij de Begroting 2023.

-

Overig

0

-56

-56

Totaal verschil

-1.711

-56

-1.767

Cofinancieringsfonds

-

Programma 1. Ruimte en water

-1.000

-1.000

In 2023 zijn geen middelen benodigd geweest voor cofinanciering van de impuls gelden van het Rijk met betrekking tot klimaatadaptatie. Voor de cofinanciering in 2024 is deels cofinanciering benodgd.

-

Programma 2. Milieu en energie

-300

-300

Van de in het tweede kwartaal van 2023 opengestelde subsidieregeling voor het uitschakelen van obstakelverlichting met naderingsdetectie is in 2023 nog geen gebruik gemaakt. Daarom is er nog niets aan de reserve onttrokken.

-

Programma 3. Platteland en natuur

-2.123

-2.123

De besteding met betrekking tot het onderdeel Vitale kust/ Investeringskader Waddengebied (IKW) zal grotendeels in 2024 plaatsvinden. De niet bestede middelen zijn verrekend met de reserve.

Totaal verschil

0

-3.423

-3.423

Compensatie dividend Essent

-

Programma 1. Ruimte en water

-1.280

-1.280

Op basis van de door uw Staten vastgestelde Grondexploitatie Blauwestad 2024 is een deel van de voorziening Blauwestad verlaagd. De vrijval gaat, zoals we bij de voordracht bij de Rekening 2016 hebben aangegeven, terug naar de reserve.

Totaal verschil

-1.280

0

-1.280

Apparaatskosten personeel

-

Resultaat Apparaatskosten personeel (diverse progamma's)

-1.115

-503

-1.618

Het resultaat op de budgetten voor de personele apparaatskosten is in 2023 voordelig. Het positieve resultaat is toegevoegd aan de reserve AKP.

-

Programma 4. Bereikbaarheid

563

563

Binnen de reserve zijn middelen gelabeld voor projectgerelateerde kosten van voorbereiding, administratie en toezicht (VAT-kosten). Ter dekking van het nadelig resultaat op het capaciteitskrediet is een deel van de gelabelde middelen aan de reserve onttrokken.

Totaal verschil

-1.115

59

-1.055

Automatisering

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

-1.078

0

-1.078

Het saldo op de budgetten voor automatisering en informatievoorziening wordt verrekend met de reserve. Als gevolg van een onderbesteding op het budget 2023 is restant toegevoegd aan de reserve Automatisering.

Totaal verschil

-1.078

0

-1.078

Bodem en ondergrond

-

Programma 2. Milieu en energie

-85

-85

Als gevolg van een onderbesteding op de middelen voor bodemsanerings-projecten is minder onttrokken aan de reserve.

Totaal verschil

0

-85

-85

Risico's bij uitvoering van infrastructurele pojecten

-

Programma 4. Bereikbaarheid

0

9

9

Totaal verschil

0

9

9

Afschrijvingen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-297

-297

Ter dekking van de afschrijvingslasten van een zestal projecten is de reserve Afschrijvingen ten onrechte als dekking opgenomen in de begroting. Daarnaast is van één project, waarover in 2023 nog niet wordt afgeschreven, de dekking vanuit de reserve Afschrijvingen abusievelijk niet verlaagd.

Totaal verschil

0

-297

-297

Algemene reserve

-

Programma 1. Ruimte en water

0

-54

-54

-

Programma 2. Milieu en energie

0

-290

-290

In 2023 is niet het gehele boedelkrediet dat is verstrekt aan de curator van North Refinery aangewend. Dit heeft geleid tot een lagere onttrekking aan de Algemene reserve.

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

0

3

3

Totaal verschil

0

-341

-341

Leefbaarheid krimpgebieden

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

0

-100

-100

De begrote middelen voor de cofinanciering van de SPUK flexibele inzet woningbouw zijn niet aangewend aangezien deze pas aan het eind van deze regeling worden ingezet als cofinanciering.

Totaal verschil

0

-100

-100

Wabo

-

Programma 2. Milieu en energie

820

0

820

Op basis van de gerealiseerde Wabo-leges is de begroting in het kader van de slotwijziging 2023 bijgesteld. De hogere baten zijn ten onrechte toegevoegd aan de reserve Wabo. De begrote lasten gerelateerd aan de Wabo zijn hoger dan de begrote baten en komen daardoor ten laste van de algemene middelen. Het voordeel van de extra baten had daarom ook ten gunste moeten komen aan de algemene middelen en niet ten gunste van de reserve Wabo.

Totaal verschil

820

0

820

Totaal verschillen reservemutaties

-22.457

-11.732

-34.189

Deze pagina is gebouwd op 05/22/2024 11:06:51 met de export van 05/22/2024 11:03:14